Graaf een sleuf, rekening houdend met de dikte van het funderingsbeton, de hoogte van de geul, eventueel de dikte van het opliggend rooster of kerb opzetstuk, de aansluitmogelijkheden met het rioleringsstelsel indien aanwezig.
Het funderingsbeton wordt in de sleuf gegoten. De kwaliteit en dikte van het beton zijn afhankelijk van de beoogde belastingsklasse. STORA-DRAIN geulen zijn van het type M in overeenstemming met artikel 3.3 van de EN1433 norm.
De afvoergeulen worden door middel van een tand-groef verbinding tegen elkaar geplaatst. De afvoergeulen worden aangelegd aan het begin van de uitloop- of zandvanger. De pijl op de afvoergeulen moet in de richting van de uitloop wijzen en geeft de richting van de afvoer van het water aan. De geulen en aansluitende oppervlakken moeten tijdens de installatie schoon worden gehouden. Om een waterdichte installatie te verkrijgen, moeten de veiligheidsvoegen worden gevoegd met een elastisch polyurethaan afdichtingsmiddel dat geschikt is voor de toepassing.
De roosters moeten in de geul geplaatst en verankerd worden alvorens het omhullingsbeton te storten. De roosters en het randprofiel worden hierbij best met een kunststoffolie beschermd, die na het uivoeren van de werken verwijderd wordt. De bovenkant van het randprofiel en de roosters moeten 3 à 5 mm lager liggen dan het afgewerkte eindniveau om een optimale afvoer te verzekeren en de randen van de geul te beschermen.
De aansluiting op een afvoersysteem of rioleringssysteem kan op verschillende manieren gebeuren:
Met behulp van
een zandvanger
Met behulp van
een horizontale uitloop
Met behulp van
een verticale uitloop
In het gamma Stora-Drain zijn er 2 verschillende montagemogelijkheden